Hieronder staan twee voorbeeldvragen: ze geven je een idee van
	de vragen die je tijdens de wedstrijd mag
	verwachten. Eentje is gemakkelijk, de andere is eerder
	moeilijk.   
         
          (1) Ascii-art (gemakkelijk) 
          
        
	Schrijf een programma dat een ascii-art figuur laat
	zien op het scherm. De  grootte van de figuur is de
	invoer voor je programma: het is een geheel getal strikt
	tussen 0 en 100 (dus 0 en 100 niet inbegrepen). Hieronder
	staan wat figuren voor verschillende gegeven 
	groottes. Je moet zelf de correcte manier vinden om voor
	andere  groottes de juiste figuur op het scherm te
	toveren.   
          
        
	Voorbeelden
	 
          
        
	Invoer:	
	 
        
	 1 
	
        
	Uitvoer:	
	 
        
 
  ***
  * *
*** ***
*     *
*** ***
  * *
  ***
 
	
          
        
	Invoer:	
	 
        
	 2 
	
        
	Uitvoer:	
	 
        
 
    ***
    * *
  *** ***
  *     *
***     ***
*         *
***     ***
  *     *
  *** ***
    * *
    *** 
	
          
        
	Invoer:	
	 
        
	 3 
	
        
	Uitvoer:	
	 
        
 
      ***
      * *
    *** ***
    *     *
  ***     ***
  *         *
***         ***
*             *
***         ***
  *         *
  ***     ***
    *     *
    *** ***
      * *
      ***
	
          
        
        Meer uitleg:
	De ascii-art figuur moet afgedrukt worden op de
	standaard uitvoer.  De uitvoer mag een of meer lege regels
	bevatten voor en na de regels van de eigenlijke figuur. De
	regels van de figuur zelf bestaan enkel uit spaties (geen
	tabs), het karakter * en newline. Op het einde van elke regel
	mogen een willekeurig aantal spaties staan. Het aantal spaties
	aan het begin van de regel is van belang: het meest linkse
	* karakter staat tegen de linker marge en wordt niet
	voorafgegaan door een spatie.   
 
         
          (2) Polyominos (moeilijk) 
          
        
	Dominoblokjes hebben twee vierkantjes, en de blokjes uit
	tetris - genaamd tetrominos - hebben er vier: het zijn
	speciale gevallen van polyominos. In het algemeen is
	een polyomino een figuur die bestaat uit N
	vierkantjes die aan elkaar hangen doordat de vierkantjes een
	zijde gemeenschappelijk hebben.  
	
	Voor N = 2 bestaat er essentieel maar een
	polyomino (een domino dus), namelijk
	 
	 
               
       	Je denkt misschien dat
       	 
	 
       	
       	een andere domino is, maar je krijgt die figuur door de vorige
       	te draaien over 90 graden, en dus is dat eigenlijk geen
       	nieuwe.
       	 
       
       	  
       
               
       	Voor N = 4  zijn er 7 verschillende tetrominos:
       	 
	 
       
        De opdracht: 
	Schrijf een programma dat bepaalt hoeveel verschillende
	polyominos er zijn voor een gegeven N. Twee
	polyominos zijn verschillend indien ze niet door een draaiing
	van 90 of 180 graden in elkaar kunnen getransformeerd worden.
	 
          
        
	De invoer is een geheel getal N in [1,10], dus inclusief 1 en 10.
	De output is een geheel getal.
	 
          
        
	Voorbeelden:
	 
          
        
	Invoer:	
	 
        
	 2 
	
        
	Uitvoer:	
	 
        
 1 
	
          
        
	Invoer:	
	 
        
	 4 
	
        
	Uitvoer:	
	 
        
 7 
	
 
         
          Andere programmeerwedstrijden 
          
        
	Vragen van andere programmeerwedstrijden vind je op
	onderstaande websites: ze zijn meestal moeilijker dan wat wij
	voor je in petto hebben en kunnen dus dienen als oefenmateriaal.
	 
	
 |